Exodus 4:11-12

SV

11En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?
12En nu ga henen, en Ik zal met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken zult.

KJV

11And the LORD said unto him, Who hath made man's mouth? or who maketh the dumb, or deaf, or the seeing, or the blind? have not I the LORD?
12Now therefore go, and I will be with thy mouth, and teach thee what thou shalt say.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.