Efeze 2:1-10

SV

1En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden;
2In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
3Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen;
4Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft,
5Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden)
6En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus;
7Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
8Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
9Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
10Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen.

KJV

1And you hath he quickened, who were dead in trespasses and sins;
2Wherein in time past ye walked according to the course of this world, according to the prince of the power of the air, the spirit that now worketh in the children of disobedience:
3Among whom also we all had our conversation in times past in the lusts of our flesh, fulfilling the desires of the flesh and of the mind; and were by nature the children of wrath, even as others.
4But God, who is rich in mercy, for his great love wherewith he loved us,
5Even when we were dead in sins, hath quickened us together with Christ, (by grace ye are saved;)
6And hath raised us up together, and made us sit together in heavenly places in Christ Jesus:
7That in the ages to come he might shew the exceeding riches of his grace in his kindness toward us through Christ Jesus.
8For by grace are ye saved through faith; and that not of yourselves: it is the gift of God:
9Not of works, lest any man should boast.
10For we are his workmanship, created in Christ Jesus unto good works, which God hath before ordained that we should walk in them.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.