Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

2 Kronieken 34:3

Vanaf het achtste jaar van zijn regering-hij was toen nog een jongeman-richtte hij zich naar de God van zijn voorvader David. En in het twaalfde jaar begon hij Juda en Jeruzalem te ontdoen van de offerplaatsen, de Asjerapalen en de gesneden en gegoten beelden.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

Hosea 6:4

Wat moet ik met je beginnen, Efraïm? Wat moet ik met je beginnen, Juda? Want jullie liefde is als een ochtendnevel, als dauw die 's morgens vroeg verdwijnt.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

Jozua 24:31

Zolang Jozua leefde diende het volk de HEER. Ook na zijn dood bleven ze de HEER dienen zolang de stammen werden aangevoerd door Jozua's leeftijdsgenoten, die getuige waren geweest van de grootse daden die de HEER voor Israël had verricht.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

2 Koningen 23:4

Vervolgens beval de koning dat de hogepriester Chilkia met zijn plaatsvervangers en de priesters die aan het hoofd van de tempelwacht stonden, alle voorwerpen uit de tempel van de HEER moesten halen die voor Baäl, Asjera en de hemellichamen waren gemaakt. Deze voorwerpen verbrandde hij buiten de stad, op het braakliggende terrein bij de Kidron, en de as liet hij naar Betel afvoeren.
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

Jeremia 3:10

Daarna kwam Israëls afvallige zuster Juda wel bij me terug, maar ze was niet oprecht, ze kwam met loze woorden-spreekt de HEER.’
Gerelateerd aan 2 Kronieken 34:33

1 Koningen 11:5

Salomo zocht zijn heil bij Astarte, de godin van de Sidoniërs, en Milkom, de gruwelijke god van de Ammonieten.