Gerelateerd aan 1 Petrus 5:6

Verneder u voor de Heer, dan zal hij u verheffen.

De hoogmoed van een mens brengt hem ten val, eer is weggelegd voor wie bescheiden is.

Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’

Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.

heersers stoot hij van hun troon en wie gering is geeft hij aanzien.

Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’

Maar omdat Jechizkia het hoofd boog en zijn trots liet varen, en de inwoners van Jeruzalem met hem, heeft de toorn van de HEER hen niet getroffen zolang Jechizkia leefde.

Toen Manasse zo in het nauw gedreven was, probeerde hij de HEER, zijn God, mild te stemmen door zich voor de God van zijn voorouders te verootmoedigen.

Omdat Rechabeam zich verootmoedigd had, wendde de HEER zijn toorn van hem af en richtte hij hem niet geheel en al te gronde-ook vanwege het goede dat er was in Juda.

Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen.

Hierop bogen de koning en de leiders van Israël het hoofd en zeiden: 'De HEER is rechtvaardig.'

Ze hebben tot op de dag van vandaag geen berouw getoond, hebben zich niet laten afschrikken en hebben mijn voorschriften en wetten, die ik jullie en je voorouders heb voorgehouden, niet nageleefd.

Wie hoogmoedig was, slaat de ogen neer, wie trots was, buigt het hoofd. Want de dag komt dat alleen de HEER hoog verheven is.

(75:11) 'De trots van de zondaar zal ik breken, de rechtvaardige zal worden verheven.'

Maar hij verootmoedigde zich niet voor de HEER, zoals zijn vader Manasse gedaan had. Integendeel, hij, Amon, laadde nog veel meer schuld op zich.

Slechts enkelen uit Aser, Manasse en Zebulon bogen het hoofd en kwamen naar Jeruzalem.

'Heb je gezien hoe Achab zich voor mij vernedert? Omdat hij berouw toont, zal ik het onheil over zijn koningshuis niet tijdens zijn leven voltrekken, maar tijdens het leven van zijn zoon.'

(89:17) Juichend roepen zij uw naam, dag aan dag, door uw gerechtigheid richten zij zich op.

Zeg tegen de koning en de koningin-moeder: Kom van je verheven zetel af, want jullie kostbare kroon, dat teken van vorstelijke waardigheid, zal vallen.

Dit zegt hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid-heilig is zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt.