SV
5Maar een iegelijke vrouw, die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert haar eigen hoofd; want het is een en hetzelfde, alsof haar het haar afgesneden ware.
6Want indien een vrouw niet gedekt is, dat zij ook geschoren worde; maar indien het lelijk is voor een vrouw geschoren te zijn, of het haar afgesneden te hebben, dat zij zich dekke.
10Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben, om der engelen wil.
13Oordeelt gij onder uzelven: is het betamelijk, dat de vrouw ongedekt God bidde?
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637